Deze week kwam het Brookings instituut met een rapport over de clean tech sector (www.brookings.edu). Als eerste hebben zij deze sector in de Verenigde Staten in kaart gebracht. Volgens Brookings is met 2,7 miljoen banen de sector groter dan bijvoorbeeld biotechnologie. Maar de sector heeft ook economisch belangrijke kenmerken.
Niet alleen is de clean tech sector groot, ze heeft ook een sterk industrieel karakter. Volgens het rapport bestaat de sector voor 26% uit ‘manufacturing’, dus industriële productie. In de gehele economie van de Verenigde Staten is dat met 9% beduidend minder. Door dit industriële karakter verschaft clean tech veel relatief laaggeschoold werk. Denk daarbij aan arbeiders in PV fabrieken of monteurs in de bouw voor nieuwe installaties. De nieuwe naam hiervoor is ‘green collar jobs’. En deze jobs betalen gemiddeld 13% beter dan in de rest van de economie. Waar dus in een kenniseconomie gevreesd wordt voor het verdwijnen van laaggeschoold werk, is de groene transitie juist een motor van werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Ook dichter bij huis, in Duitsland, heeft het creëren van een sterk clean tech cluster voor zonne-energie vroeg op de agenda gestaan. Duitsland vreesde voor het verdwijnen van de auto-industrie door concurrentie uit China, en zag in de solar industrie een goede opvolger. Dus de clean tech sector heeft volgens Brookings een belangrijke sociale betekenis. Een soort dubbele duurzaamheid, zowel in doelstelling als in maatschappelijke uitwerking van de sector.
Ondanks zeer dynamische kernen in PV, smart grid en wind energy is de totale sector geen grote groeier. Brookings berekende tussen 2003 en 2010 een groei van 3,4%, die daarmee minder is dan de groei van de totale Amerikaanse economie (4,2%). Een van de redenen is dat door de crisis veel ontslagen zijn gevallen in sectoren waar clean tech bedrijven actief zijn, zoals de bouw. Brookings doet dan ook een aantal beleidsaanbevelingen. De overheid zou meer groen moeten inkopen om groei aan te wakkeren. Ook zou innovatie gestimuleerd moeten worden door R&D in de sector te ondersteunen. De regering zou de mogelijkheden voor financiering van clean technologieën kunnen verruimen door garanties te verstrekken en ‘revolving funds’ mede op te zetten.
Het Brookings rapport is een eerste goede stap om de omvang van de clean tech sector te onderzoeken. Ze blijkt daarnaast een vriendelijke sector te zijn met een ‘social upside’. Inspiratie voor Europa om ook hier nauwkeurig te kijken naar dit nieuwe industriële weefsel.